Ik zei : hallo en zij : bonjour
Het werd mijn vlam, mon grand amour
Dat mondje Frans, dat ging nog net
Maar erger was haar passie voor jazzballet
Nou, jazzballet, het zegt me niets
Maar ‘k loog haar voor : dat doet me iets
Ze riep verrukt : pas vrai, c’est chouette
Dan doen we een uurtje samen aan jazzballet
Un, deux, trois
Ik deed haar pasjes na
Maar dansen is mijn roeping niet, oh, nee
Ik heb twee linkse benen
Un, deux, trois
Dat was pas cinema
Ze bleef maar doordoen, alles voordoen
Allez, encore une fois
Ik was verliefd van kop tot teen
Maar zij liet mij toujours alleen
Vroeg ik haar mee, was ze steeds bezet
Elke avond deed ze aan jazzballet
‘t Was altijd : non. Ik dacht : ah bon
En kocht me prompt zo’n dans-collant
‘t Was geen gezicht. Hij paste maar net
Maar nu zag ik haar ‘s avonds bij jazzballet
Un, deux, trois
Ik deed haar pasjes na
Maar dansen is mijn roeping niet, oh, nee
Ik heb twee linkse benen
Un, deux, trois
Van hopsafaldera
Ze was bezeten, deed mij zweten
Allez, encore une fois
Un, deux, trois
Ik deed haar pasjes na
Maar dansen is mijn roeping niet, oh, nee
Ik heb twee linkse benen
Un, deux, trois
Dat was pas cinema
Ze bleef maar doordoen, alles voordoen
Allez, encore une fois
Ze heette Jessie, kortweg Jess
Ze hield van dansen, hield van jazz
Maar nu geef ik haar les in bed
En kruip ik elke avond met Jess in bed
Dat vind ze formidable, vindt ze chouette
Al is ze zoveel beter in jazzballet