De race is waar aangebroken
De machines staan weer klaar
Er is weer dag en nacht gesleuteld
Maar hij heeft het voor elkaar
Als het startschot dan gaat vallen
Slaat hij een kruis tot onze heer
En als zijn vrouw dan naar hem toekomt
Snikt zij: je weet dat ik jou begeer
refr.:
Twee wielen draaien in het rond
Op die eindeloze baan
Het zijn vierentwintig uren
Die met spanning verder gaan
De motoren die snel draaien
Maken soms een grote kans
En wie maakt de afscheidsronde
Met een mooie bloemenkrans
Hij geeft een kus en zegt dan tot zijn lieve vrouw
Ik hou veel van het racen maar nog meer van jou
Ik zal proberen om mijn leven te bewaren
Want in de racerij bestaan zo veel gevaren
refr.
Dan hoort zij in de verte een sirene gaan
En krijgt dan te horen: je man vloog van de baan
Hij was zo lief voor haar, waarom moest dit gebeuren
Zij zou er dagen en nachten over treuren
refr.