refr.:
Dit is het jaar van de whisky
Dit is een erg goed jaar
Dit is het jaar van de whisky
We drinken een fles met elkaar
Hij ging naar de winkel, kocht een flesje
Hij ging naar de winkel, kocht een fles
Hij kwam toen weer lachend naar buiten
Hij had er niet eentje, maar zes
refr.
Die zes waren gauw leeggedronken
Ze waren eerder leeg dan gevuld
Hij ging toen maar terug voor een kratje
De slijter, die schrok zich een bult
refr.
Een uur later was hij bezweken
Hij was toen zo dood als een pier
Men vond in zijn huis veertig flessen
Familie had de hele dag plezier
refr.
Een dag later werd hij begraven
De steen had de vorm van de fles
Het gras op zijn graf stonk naar whisky
Dat is voor ons allen een les
refr.(4x)