Ik keerde laatst m’n wagen
Op die franse autoweg
Toen ik mooie dame zag
Langs de kant met bandenpech.
Ik hielp haar uit de nood,
Ze zei : oh monsieur , merci !
Je suis une petite française
En ik antwoordde : ah, oui !
In 'n klein motel
met de gordijntjes stevig toe
ma petite française et moi
en de rest doet er niet
In 'n klein motel
met de gordijntjes stevig toe
ma petite française et moi
en de rest doet er niet
Het werd ’n hele lange nacht
Vol liefde en tederheid.
Maar ’s morgens was ze weg,
Nu ben ik haar voor altijd kwijt.
In 'n klein motel
met de gordijntjes stevig toe
ma petite française et moi
en de rest doet er niet
In 'n klein motel
met de gordijntjes stevig toe
ma petite française et moi
en de rest doet er niet
Ma petite française et moi
Waren zo gelukkig saam.
Niemand die mijn tranen ziet
Door de regen op m’n raam.
In 'n klein motel
met de gordijntjes stevig toe
ma petite française et moi
en de rest doet er niet
In 'n klein motel
met de gordijntjes stevig toe
ma petite française et moi
en de rest doet er niet