refr.:
Ik kan dat Pietje van jou, dat Pietje van jou
Dat Pietje van jou geen ogenblik vergeten
Zelfs bij 't eten, dan denk ik daar nog aan
Ik kan dat Pietje van jou, dat Pietje van jou
Dat Pietje van jou geen ogenblik vergeten
'k Heb nooit geweten dat zoiets kon bestaan
M'n verloofde heeft een prachtige kanarie in een kooi
O, wat zingt dat beesie mooi, o, wat zingt dat beesie mooi
Ik zag nimmer in m'n leven een kanarie die zo fluit
Daarom roep ik altijd uit
refr.
M'n verloofde is geen schoonheid, want z'n haar dat lijkt wel hooi
Maar z'n Pietje zingt zo mooi, maar z'n Pietje zingt zo mooi
's Nachts, dan droom ik van dat beesie, iedereen schrikt zich een aap
Want, ik roep steeds in m'n slaap
refr.
Ik kan dat Pietje van jou, dat Pietje van jou
Dat Pietje van jou geen ogenblik vergeten
'k Heb nooit geweten dat zoiets kon bestaan