‘k Wilde met jou in zee, maar het weer zat niet mee
en een droom droom je niet van tevoren
Maar ‘t was zo’n mooi idee: Een grasveld voor twee
en de stilte die ‘k door jou zou horen
Jij was mooi bloot voor mij en ik dacht er veel bij
‘k dacht bos, luchten, gras, jou in ’t koren
Dacht: kom dichter bij mij, maar doordat ik het zei
werd mijn droom alsnog niet geboren
Ik had te veel bedacht, want hield zo van je lach,
dat ik zielsgraag dicht bij je wou horen
Maar ’t was plotseling dag en ‘t wordt nooit wat niet mag
en wie waakt kan geen droom ooit bekoren
Want al wat begint,
sterft op een eind
en dat eind moet je kunnen hanteren.
Wie veel houdt van het kind
weet ook dat het verdwijnt,
’t gaat lopen en weten en leren
’t Was een droompje voor twee, maar ’t zat weer niet mee
en je wordt nooit als tweeling herboren
Maar dat grasveld voor twee, het was zo’n mooi idee
voor het weten de droom kwam verstoren