Een vogel zweeft hoog op de wind
Een gele ballon met een kind
Een plas duelleert met de zon
Een meisje huilt op het perron
Opa rookt pijp op een bank
De haven is een en al stank
Een moeder ziet blij een kind aan haar zij
De vader vraagt: "lijkt het op mij?"
Een blanke meneer gooit een steen
Die neger was toch maar alleen
Een prins trouwt een mooie prinses
De slager slijpt fluitend een mes
Een merel zingt helder een lied
In 'n portiek lokt 'n griet
Een dame in bont rijdt over een hond
Een huilend kind knielt op de grond
De nacht trekt haar mantel weer aan
De zon geeft de wacht aan de maan
Een oude pastoor sluit zijn kerk
Een inbreker gaat aan zijn werk
De nachtclub die ruikt weer naar geld
De eerste brand wordt weer gemeld
De weerman z'n hand zet strepen in het land
Een vader slaapt achter zijn krant
'n Nachtwaker voelt aan de deur
De dag krijgt in 't oosten al kleur
Het ochtendblad valt op de mat
De eerste tram rijdt door de stad
Een boemelaar valt op z'n bed
Een moeder heeft koffie gezet
Dan wast zij haar kind,een zorg die haar bindt
Het geluk waar de dag mee begint