Klaarwakker in 't grote bed
De wekker op half vier
Denkt hij: "Hoe moet dat nou met mij"
Hij denkt: "Wat moet ik hier"
Er is wel licht maar nog geen zon
Een merel die al fluit
En, als 't van de dokter mocht,
Ging hij zijn kamer uit
Dus nog heel even dromen
Totdat de zuster komt
Haar pil maakt hem zo'n slome
Hij wil niet meer vermomd
refr.:
De gek heeft van zijn etiket
Een smalle boot gevouwen
Hij vaart tegen de toekomst in
Naar wie er van 'm houwen
Zijn hand, wat trillend aan 't roer
Voor vader, moeder, grote broer
Vindt hij z'n weg in water, wind
En fluiterend vertrouwen
De zuster brengt ontbijt en vraagt:
"Hoe hebben we geslapen?"
Hij mompelt: "Goed", om zo wat moed
Voor een dag bijeen te rapen
Hij denkt aan wat de dokter zei:
"Je bent nog wat verward"
De stukken zitten aan elkaar
Maar de lijm is nog niet hard
"Wie weet: naar huis met kerst misschien"
Zegt zuster met een lach
Hij denkt aan Paas en Pinksteren
Die vallen op een dag
refr.