Je jas is droevig van de regen
Je trui is bozig van de kou
Je schoenen balen van de wegen
Je koffer doodmoe van 't gesjouw
Je haar is sniknat in de regen
Je neus een pelgrim in de kou
Je knieën zijn op hoop van zegen
Je handen huiveren van de dauw
Het huis bleef wakker voor jou alleen
De deur stond open door alles heen
De kachel hoestte wat verlegen
De hond vroeg: Kom, waar blijf je nou
De kat lag trots te overwegen
Of ze eigenlijk nog wel wou
Het bed was zolang onbelegen
De lakens krompen van de kou
De dekens dekten toegenegen
't Gemis aan warmte van een vrouw
Het huis bleef wakker voor jou alleen
De deur stond open door alles heen
Ik, die gezocht heb in de regen
Ik, die gezocht heb in de kou
Ik, die gezocht heb langs de wegen
Ik vond mezelf weer terug in jou
Ik vond mezelf weer terug in jou