Voor ieder komt dat afscheidslied
Je weet het wel, maar je wilt nog niet
Je wilt je jeugd maar zo niet kwijt
Je houdt niet van verleden tijd
Je staat nog altijd aan de kant
Waaraan je wenst te staan
Je bent nog steeds niet tot de rand
Van je succes gegaan
Maar als je in de spiegel kijkt
Dan is het soms of je niet lijkt
Op wat je zo graag zoudt gelooven
En dan komt steeds die angst weer boven
Die angst om oud te worden
En het eens af te moeten leggen
Om telkens weer opnieuw
"Ik ben nog jong" te moeten zeggen
De angst van elke doorsnee vrouw
Die zo maar wat heeft voortgeleefd
En nu met lege handen staat
Omdat ze niets meer over heeft
Het komt zo ongemerkt en stil
Zodat je 't niet geloven wil
Zodat je steeds jezelf bedriegt
En tien jaar op je leeftijd liegt
Je zoekt genot - amusement
Maar word je 's morgens wakker
Dan lijk je plotseling wat je bent
Een arme ouwe stakker
Die tegen de natuur op vecht
En 't bijna al heeft afgelegd
Maar het toch steeds nog niet wil weten
En het toch geen ogenblik kan vergeten
Die angst om oud te worden
't Klemt als een monster in je gedachten
De angst gedaan te hebben
Dringt in je slapeloze nachten
De angst van een normale vrouw
Die midden in het leven staat
En waarvoor men uit achteloosheid
De laatste kliekjes overlaat
Je houdt je nog wat langer groot
Met poeder, cremes en lippenrood
Met Mensendieck, schoonheidssalon
Met maskers, baden, hoogtezon
Je worstelt met een streng dieet
Je laat je steeds masseren
Je redt wat er te redden valt
Met raffinement van kleren
Je doet aan alle soorten sport
En komt dagelijks dik tijd tekort
En je jaagt maar door, tot je verliezen
Uiteindelijk je rust doen kiezen:
De rust om oud te worden
En niet meer door te hoeven racen
De rust om oud te mogen zijn
En niet meer jong te hoeven wezen
De rust die elke wijze vrouw
Diep in haar hart bewaart
Die met gevoel en met verstand
Het leven heeft aanvaard