Koffie, koffie, lekker bakkie koffie
Jongens wie lust er een kop
Koffie, koffie, lekker bakkie koffie
Wat knapt de mens daarvan op
Je kan heel lang leven en blijft ook gezond
Als je maar nooit op de koffie komt
Koffie, koffie, lekker bakkie koffie
Wat knapt de mens daarvan op
Mijn man had voor een bakkie troost al zijn vrienden meegenomen
Op een uur dat een fatsoenlijk mens al lang in zijn bed ligt te dromen
Ik hoorde in de keuken wel, ze zaten moppen te tappen
Maar toen ik met koffie naar binnen kwam begonnen ze te klappen
Koffie, koffie, lekker bakkie koffie
Jongens wie lust er een kop
Koffie, koffie, lekker bakkie koffie
Wat knapt de mens daarvan op
Je kan heel lang leven en blijft ook gezond
Als je maar nooit op de koffie komt
Koffie, koffie, lekker bakkie koffie
Wat knapt de mens daarvan op
(Ja, wie lust er nog één, koffie, allemaal toch?)
De koffie ging erin als koek en ik kreeg een complimentje
Maar ik dacht gaan jullie nu naar huis, ik sluit voor vanavond mijn
tentje
Toen zei mijn man: Wat zou ons nog een tweede bakkie goed smaken
Ze riepen: hè ja, en toen moest ik wel opnieuw weer koffie maken
Koffie, koffie, lekker bakkie koffie
Jongens wie lust er een kop
Koffie, koffie, lekker bakkie koffie
Wat knapt de mens daarvan op
Je kan heel lang leven en je blijft ook gezond
Als je maar nooit op de koffie komt
Koffie, koffie, lekker bakkie koffie
Wat knapt een mens daarvan op.