't Is jammer voor de rijken
Maar het roer moet maar eens om
De toestand is meer dan barbaars
De rijken steeds rijker, de armen steeds armer
En zelfs het eenvoudigste voedsel is schaars
Maar dat lappen de rijken gewoon aan hun laars
Die houden het volk liever dom
En daarom gooi ik dus een bom
En in hun prachtige salons
Praten intellectuelen
Over wat er moet gebeuren
En hoe het nu verder moet
Over de revolutie, de vooruitgang, samen delen
Ze blijken alleen maar met woorden te spelen
Ze zeggen het helder en goed
Maar niemand van hen die wat doet
De geheime politie smoort elke kritiek
En ligt overal op de loer
De arbeiders slapen met vrouwen en kinderen
In de fabriek 's nachts gewoon op de vloer
En dat is nog heilig, want menige boer
Is uitgeput, hongerig, ziek
Geplukt door de Tsaar en zijn kliek
En in hun prachtige salons
Praten intellectuelen
Over wat er moet gebeuren
Discussies in overvloed
Over de revolutie, de vooruitgang, samen delen
Ze blijken alleen maar met woorden te spelen
Ze zeggen het helder en goed
Maar niemand van hen die wat doet
Als ik zelf zou moeten kiezen, wierp ik bommen van een soort
Dat diep in de hersenen dringt
Maar zonder een scherf, zonder dood en verderf
Maar een bom die veel harder en langer weerklinkt:
Verhalen en boeken, dus bommen van inkt
Die overal worden gehoord
De machtige bom van het woord