Een tijdperk loopt ten einde, dat maakt een beetje triest
Je weet niet wat je krijgen zult, maar wel wat je verliest
Het moest er eens van komen, nu komt het toch te gauw
Hoe zal Rotterdam nu zijn, Van Walsum, Van Walsum
Van Walsum, zonder jou
Je was een magistraat in de beste zin van 't woord
Je gaf de stad zijn hart terug en schiep de Europoort
Een centrum van muziekcultuur, een groots concertgebouw
Wat zal Rotterdam zijn, Van Walsum, Van Walsum
Van Walsum, zonder jou
Geloof me dat de Meent het meent
Wanneer hij met het Weena weent
De Slotlaan vindt 't een droevig slot
En ook de Rotte vindt het rot
Geen mens is onvervangbaar, dat is wel waar misschien
Toch valt het ons niet mee daarvan de waarheid in te zien
Waar vind je ooit een ander, zo bekwaam en plichtsgetrouw
Waar zal Rotterdam zijn, Van Walsum, Van Walsum
Van Walsum, zonder jou
Je hebt je taak vervuld met veel ambitie en plezier
Je kon een goede rede houden zonder spiekpapier
Het leek ons soms als schudde je het zomaar uit je mouw
Hoe zal Rotterdam zijn, Van Walsum, Van Walsum
Van Walsum, zonder jou
Je was bijzonder taktvol in het leiden van de raad
En als dat soms eens nodig was, dan maakte je je kwaad
Je was een ware vakman in het knippen van een touw
Ach, hoe moet dat nu verder, dat knippen, dat knippen
Dat knippen, zonder jou
Geloof maar dat de Blaak niet blaakt
Dat de Slaak straks zuchten slaakt
De Goudse Rijweg, ach, blijft wel gouds
Toch zal hij niet zijn als vanouds
Je gaf je beste krachten, ze waren welbesteed
De hele stad blijft dankbaar voor het vele dat je deed
Wij wensen jou het beste in de toekomst met jouw vrouw
Wat zal Rotterdam leeg zijn, Van Walsum, ja, leeg zijn
Van Walsum, zonder jou