Ja, een kerel voor je dochter
Nee, die vind je niet zo snel
Ik kan je d'r alles van vertellen
Ze hangen constant aan de bel
Mijn kleine meisje is erg kwetsbaar
Maar ze komt met kerels aan
Dat ik uitroep: "Wie is dat daar
Laat die vent maar buiten staan"
refr.:
Kind, dat is geen man voor jou
Als je die toch nemen zou
Wat, die vind je goed
Meid, je hebt wel moed
Kind, dat is geen man voor jou
Daarvan krijg je vast berouw
Zo'n vent is alleen
Maar een blok aan je been
De vereerders blijven komen
En dat vind ik best oke
Maar ga'k een uurtje met ze bomen
Nou, dan zeg ik: "Meisje, nee
Je kan die kerel niet vertrouwen
Die gozer houdt alleen van feest
Die kan je echt niet bij je houwen
Ik ben zelf ook jong geweest"
refr.
Goed, ze heeft niet veel ervaring
Maar daarvoor een groot talent
Juist met kerels aan te komen
Waar een vader nooit aan went
Zoals die vreselijke Thomas
Toen ik 'm zag wist ik 't al
Dat die schrik van alle oma's
Nooit mijn schoonzoon worden zal
Kort geleden vroeg mijn dochter
Een sluw lachje om haar mond
" 'k Zou zo graag eens willen weten
Wat of opa van je vond"
En ik zei: " 'k Zou 't niet weten"
Dus ik riep m'n vrouw erbij
Die me zei: " 'k Zal nooit vergeten
Wat mijn vader van jou zei"
refr.