Leer mij, o Heer, uw lijden recht betrachten
In deze zee verzinken mijn gedachten:
O liefde die, om zondaars te bevrijden
Zo zwaar moest lijden
'k Zie U, God zelf, in eeuwigheid geprezen
Tot in de dood als mens gehoorzaam wezen
In onze plaats gemarteld en geslagen
De zonde dragen
Dit breekt mijn trots. Waar zou ik nog op bogen?
Ik lig in ’t stof, maar God komt mij verhogen
Nu ik van vijand Gods en tegenstander
In vriend verander
Daar Ge_U voor mij hebt in de dood gegeven
Hoe zou ik naar mijn eigen wil nog leven?
Zou ik aan U voor zulk een bitter lijden
Mijn hart niet wijden?