refr.:
M'n moeder kan niet veel hebben, is zo'n gevoelige vrouw
Ze kan niet tegen geluiden, daar is ze druk mee in touw
Als ik in huis loop te fluiten, dan geeft m'n moeder een gil
En als ik m'n neus eens moet snuiten, dan roept ze spinnijdig: "Stil!"
Laatst zat ik m'n huiswerk te maken, toen kreeg ik een klap voor m'n kop
Ma schreeuwde toen, over haar toeren: "Je rekent en cijfert hardop"
Zit ik eens vrolijk te zingen, ma stampt op de vloer met d'r voet
Sorry mama, 'k vergat even dat vrolijkheid stil wezen moet
M'n moeder hoort alle geluiden, de kat kan z'n gang nog niet gaan
Dat beestje, dat krijgt bij de voordeur van moeder pantoffeltjes aan
refr.
Als ik jeuk heb, dan mag ik niet krabben, o wee, als dat toch 'ns gebeurd
En ik mag met m'n oogjes niet knipperen, omdat 't de stilte verscheurd
Op 't boek, waarin ik zat te lezen, daar spatte een keertje een traan
En moeder, die dat meteen hoorde, begon in haar drift me te slaan
Thuis moet ik stil als een muis zijn, ik ga in de fout als ik hijg
Weet je dat ik zelfs voor een glimlach een geweldige uitbrander krijg
Als je het minste grerucht maakt, word je levend gevild en gemold
't Zou thuis heerlijk stil kunnen wezen als ma niet zo schreeuwde en
schold
refr.(2x)