Dit is een loflied voor de man die tompoucen maken kan,
Hij heeft in zijn jeugd de taartenschool doorlopen.
Hij ging als kind al voor carré en als puber voor de soes,
Bij deze man kun je zoete dingen kopen.
Hij is de bakker van de rechthoek, die op een bordje past,
Mijn smaakpapillen streelt hij met de gele pudding.
Het suikerzoete laagje op het koekje is wat mij verrast,
Ik denk dat ik reeds spreek van een verslaving.
t’Is ook geschikt als voeding voor den zieken mensch,
Een zoete meter voor alle normen en waarden.
Eet pouce eens met een mes en vork of met uw rechterhand,
Dit geldt natuurlijk niet voor blinden en bejaarden.
Wilt u van een bepaalt persoon het karakter kunnen zien ,
Geef dan de man tompouce en houdt hem in de gaten.
Trekt hij in één ruk en brutaal het kapje er van af,
Sla hem dan dood, of gooi hem met granaten.
Refrein:
Dit is een loflied voor de man die tompoucen maken kan,
Ik prijs zijn naam, zijn pudding en zijn daden.
Eet met respect dit zoet product en als u dit dan nog lukt,
Dan bent u goed in het creatief versmaden.