Mensen, welterusten,
deze jongen gaat naar bed
Waag het niet me bij te vullen,
want ik ga steeds vager lullen
Nou vooruit, één sigaret
Toch bedankt dat je hier
zomaar binnen vallen mag
Voor een lekker potje bier
zo aan het eind van de dag
En dat jullie altijd net nog
aan tafel gaan
Alsof er geen hond in de pot
zou bestaan
Fijn ook, dat als je zeurt,
je hier ook nog welkom bent
Voor een schop tegen de deur
of een gesprek zonder end
Ben je moederziel alleen
dan brandt hier nog licht
En pas als je weggaat,
gaat deze deur dicht
Komt er ooit nog een dag
dat ik niet meer verder wil
Hoor ik jullie gulle lach:
“'t Is hier net een duiventil”
En dan spring ik op mijn fiets
en warm hier mijn kruis
Nee, arm ben je nooit
met zo'n mooi tweede huis