Ik droom ... maar waarvan ?
Ik denk ... maar waaraan ?
Ik leef ... maar waarom ?
Ach, geen mens kan het verklaren
de wereld is oud, het leven is koud
dat maakt me benauwd
ondanks al m'n klatergoud.
Geluk ... gaat voorbij
en geld ... maakt me niet blij
je koopt ... je nooit vrij :
ieder moet zijn leven leven
je dwaalt goedbeschouwd
alleen door een woud
dat maakt je benauwd
ondanks al je klatergoud.
Een man ... staat eens stil
je valt ... voor zijn wil
een bittere pil ...
daarna ga je eenzaam verder
je maakt fout op fout
niets dat je weerhoudt
dat maakt je benauwd
ondanks al je klatergoud
ondanks al je klatergoud.