Altijd weer zult gij tot mijmeren dwingen
altijd weer zult g'in mijn dromen staan
want mijn mond blijft van Venetiê zingen
waar 't geluk mij niet voorbij kon gaan ...
Stad van 't minnend varen
stad van duizend snaren
wie gij hebt bezeten
kan u nooit vergeten
want toch altijd weer
bloeit g'als een ruiker seringen
altijd weer zal 't harte feller slaan.
Venetië, stad van gebouwen
zo edel als uw glas
gij hebt nog Titiaanse vrouwen
zo blond als 't Vlaamse vlas.
Venetië, stad van kanalen
en luchten, diep en zacht
Het is als kwaamt g'uit de verhalen
van Duizend en één Nacht.
(c) Tekst : Marcel Coole
Muziek : Hans Flower