Een gouden roos, september,
een laatste zonnezoen,
een merel fluit vol heimwee,
't refrein van een seizoen.
Nog zal de zomer zingen,
een diep ontroerend lied,
dat zachtjes zal versterven,
ons blijft alleen verdriet.
De dagen vertragen en schuiven toe,
de zomer wordt moe, o zo moe ...
Nu moeten wij gaan scheiden.
Ons hart wordt stil en broos,
wanneer wij weer zien bloeien :
september, gouden roos.
Zodra in 't bos de eerste blaren vallen,
en rode wingerd fluistert aan mijn raam,
als avondnevels in de dalen hangen,
dan weet ik dat de zomer is gedaan.
Maar voor hij gaat zal hij nog even dralen,
alsof hij 't afscheid wil betalen met ...
Een gouden roos, september,
een laatste zonnezoen,
een merel fluit vol heimwee,
't refrein van een seizoen.
Nog zal de zomer zingen,
een diep ontroerend lied,
dat zachtjes zal versterven,
ons blijft alleen verdriet.
De dagen vertragen en schuiven toe,
de zomer wordt moe, o zo moe ...
Nu moeten wij gaan scheiden.
Ons hart wordt stil en broos,
wanneer wij weer zien bloeien :
september, gouden roos.
(c) Tekst : Wim Brabants
Muziek : Hans Flower