Zonder enig oponthoud komt hij in ons land aan.
Twee weken op die grote boot.
Het is een zware tocht geweest, met golven metershoog.
Veel van de vluchtelingen zijn dood.
Ver van huis en haard verdreven,
Zoekt een man naar nieuw geluk.
In zijn land viel niet te leven,
Gezin vermoord, zijn leven stuk.
En hij laat zijn tranen komen,
Denkt aan wie hij daar verloor.
Vaak ziet hij ze in zijn dromen,
Vrouw en kind leven daar door.
Twee mannen in uniform nemen hem hardhandig mee,
Dwingen hem in een kleine koude cel.
Hij is gevlucht om eindelijk vrij te kunnen zijn,
Maar beseffen zij dat eigenlijk wel?
Ver van huis en haard verdreven,
Zoekt een man naar nieuw geluk.
In zijn land viel niet te leven,
Gezin vermoord, zijn leven stuk.
En hij laat zijn tranen komen,
Denkt aan wie hij daar verloor.
Vaak ziet hij ze in zijn dromen,
Vrouw en kind leven daar door.
Ver van huis en haard verdreven,
Zoekt een man naar nieuw geluk.
In zijn land viel niet te leven,
Gezin vermoord, zijn leven stuk.
En hij laat zijn tranen komen,
Denkt aan wie hij daar verloor.
Vaak ziet hij ze in zijn dromen.
Tekst: B.Hoogendoorn
p&c 2001 Bob Hoogendoorn producties