Op een zomerdag aan het Noordzeestrand
Daar zitten bolle kinderen met ijsjes in d'r hand
Eentje tilt verlekkerd de ronde bol omhoog
En dronken van de zon stopt ie 'm vierkant in z'n oog
refr.:
Alles smelt op mooie zomerdagen
Alles smelt, het ijs en het gemoed
Nu lijkt het verdriet nauwelijks te dragen
Maar strakjes gaat het vriezen en dan komt het goed
Dagje aan het strand aan de IJmuiderslag
Daar zitten blote kinderen te stikken van de lach
Eentje brengt z'n ijsje voorzichtig naar de mond
Een struikelende schoonheid krijgt het lekkers in d'r kont
refr.
Een brave ijscoman besprongen door een hond
En even later vliegt z'n hele handel in het rond
Een hevige depressie daalt over het strand
Wat heb je nou aan ijsjes die verdwijnen in het zand
refr.