Zijn vader was een dronkelap
Die wegliep om een haverklap
Met vreemde wijven
Toen moeder door de dood verdween
Was 't arme joggie gans alleen
Waar kon hij blijven?
Zijn broertjes kregen in 't gesticht
Voor ouderlozen opgericht
Een goed verpleger
Van d' oudste die geen vak verstond
En maanden liep voor hij iets vond
Werd maar gezwegen
Hij kwam als knecht in 'n bordeel
Verdiende er niet bijster veel
Was van de keien
Liep voor de meiden naar de post
Of riep 'n smeris als het most
Bij vechtpartijen
Hij haalde bier voor het cafe
Liep uren met de orgels mee
Had veel sigaren
Droeg Belse broeken, schuine pet
Streek 's zondags wat pomadevet
Op zijn gladde haren
Hij werd verkikkerd op een meid
Bekend om haar bedrevenheid
In 't linkse draaien
Gaf haar een chique hoed present
En toonde zich 'n royale vent
Bij 't pierewaaien
Maar toen hij tot d' ontdekking kwam
Dat zij hem in de maling nam
Werd dit gewroken
Een avond later met kabaal
Werd z' onder 't dansen in 'n zaal
Met 'n mes gestoken
Twee maanden zat-ie in de kast
Toen door een ziekte aangetast
Hij is gestorven
In de misere opgegroeid
Was 't goede in de knaap verknoeid
Al vroeg bedorven