niks aan de hand, het gaat goed met mij
er is genoeg te doen en ik ben, ik ben waar ik wil zijn
wil nergens anders zijn
dit is het midden of de tweede helft
er is geen weg terug, een geluk
want al word ik vet en grijs
ik keer niet, voor geen prijs
toch zing en dans ik niet meer sinds een tijd
beweeg me traag als verdoofd
een vreemde overgevoeligheid
en het wil niet uit m’n hoofd
oh vreemd verdriet
een zacht en zoet verdriet
waaraan ik niet ontsnap
en een verlangen dat ik nooit eerder had
niks aan de hand, ’t gaat niet slecht met mij
‘k heb ze nog alle vijf
en ik hoef geen drugs en ook geen god
het toeval is mijn lot
’t is niet de tijd die te snel verging
’t is niet de angst voor verval
het is geen pijnlijke herinnering
nee het is niets van dat alles
oh een vreemd verdriet
zacht en zoet verdriet
waaraan ik niet ontsnap
een verlangen dat ik nooit eerder had
(c) henny vrienten