Op een dag kreeg ik een briefje
met een militair bevel:
'Kom nu ook maar naar het leger
en verdomd een beetje snel'.
'k werd afgehaald met een vrachtwagen
maar een wiel bolde d'eraf
maar je moet je niet verbazen
t'zat met elastiekjes vast.
En die man met heel veel sterren schreeuwde:
"Jongen kijk eens hier
voor twee jaar ben jij geen mens meer
maar piot 104".
Toen moest ik naar de kapper
die zei "t'wordt mooi"
dat was een mop
het vaderland vond me knapper
zonder haren op m'n kop
Toen probeerden ze ons te leren
hoe je zo'n duurbetaald kanon
om de een of andere reden
voor altijd vernielen kon.
En wij dachten een goede zaak
voor de vrede met plezier
er was er een die mee de lucht inging
piot 104.
En ik zweefde over de wolken
naar de hemel met een kroon
die zat in't begin onwennig
t'was dan ook nog niet gewoon.
Aan de hemelpoort gekomen zei God
"Kom binnen maar denk erom hier
mag je zijn wat je wilt wezen
alleen geen piot 104".
Ik zei "Das goed maar God
wacht even
kijk naar de ruimte
naar die blauwe saffier
naar d'aarde met de vrienden en bekenden
en de liefdes van piot 104".
God zei "Als je wilt mag je terugkeren
naar je oorlog je wreed geweld
je leger, je junta
voor wie een mensenleven
min of meer niet meer telt.
Toen heb ik lang getwijfeld
en toen ben ik met een zwier
van de hemel afgesprongen
naar mijn eigen kleine plaatsje
als piot 104.