(Vrouw voor hemelpoort krijgt een seconde de tijd om verantwoording af te
leggen over haar leven)
Mijn lieve God, wat is nu een seconde
Wanneer een mens te biecht geroepen wordt
Niet lang genoeg voor zelfs de kleinste zonde
Dus voor mijn leven zeker veel te kort
Men zegt van mij, ik was een mannenvreter
Maar nee, ik vrat ze niet, ik had ze lief
En ik begreep na elke liefde beter
Hoe kostbaar tijd is, en hoe relatief
Hoe lang keek ik niet naar die blik in z'n ogen
Hoe kort was het sein: ik en jij, jij en ik
Hoe snel zijn de nachten niet omgevlogen
Een jaar was niet meer dan een ogenblik
Wat ik in mijn leven het kostbaarste vond
Dat waren de tijden dat tijd niet bestond
Laat me die tijden nog een keer beleven
Heer, toont u mij uw goedertieren wil
U hoeft me een seconde maar te geven
Meer tijd heb ik niet nodig voor mijn leven
Want voor wie liefheeft, staan de klokken stil