Het donker van de nacht verandert alle mensen
In levend mensenvlees
Ze doen het met elkaar, ze doen het in het duister
Het zit ze in het bloed
Maar in het middaglicht zou je-n-het niet denken
Dat iedereen het doet
Je vader en je moeder, je opa en je oma
Dat weet je dus heel zeker: die hebben het gedaan
Ze hebben het gedaan, maar er wordt niet van gesproken
't Is moeilijk voor te stellen hoe dat dan is gegaan
Grote blubberbuiken, bleke spillekuiten
Slobberjoggingpakken, schapenpermanent
Spataren en puisten, een akelige stoet
Je zou toch echt niet denken dat iedereen het doet
Het donker van de nacht verandert alle mensen
In levend mensenvlees
Ze doen het met elkaar, ze doen het in het duister
Het zit ze in het bloed
Maar in het middaglicht zou je-n-het niet denken
Dat iedereen het doet
Die mensen met hun kindje, die fietsen door de laan
Daarvan is het dus duidelijk: die hebben het gedaan
Wat kijken ze toch ernstig, vanmiddag zijn ze ouder
Als je ze zo ziet denk je: die vinden er niks aan
De buurman met z'n plakhaar over z'n kale plek
Die dame met die tanden en die gierenek
Die beide regenjassen, plastic zakje om haar hoofd
Hij een bril met jampotglazen, de oogjes uitgedoofd
De mensen in de file, de mensen in de trein
Als niemand het gedaan had...
...Dan zou er niemand zijn
Het donker van de nacht verandert alle mensen
In levend mensenvlees
Ze doen het met elkaar, ze doen het in het duister
Het zit ze in het bloed
Maar in het middaglicht zou je-n-het niet denken
Dat iedereen het doet
(c) Joost belinfante
1997 Basta