het leven is geen pretje, dees lied getuigt ervan
de droevige ballade van: den te groot geschapen man
gemiddelde gestalte, even groot as kik en gij
met de bedeling van de neuzen stond em ni oep d’eerste rij
hij had geen koleschuppen, schoenmaat 40 of bekan
en toch kende iedereen hem als: den te groot geschapen man
want ieverans vanonder, diep verborgen in het kruis
hong een onderdeel te hangen, extra large en dik en struis
en kwam het eens te voorschijn voor een behoefte nu en dan
riepen alle mensen: ziedis, den te groot geschapen man!
een gereedschap van dien oemvang stekte ni gemakkelijk weg
ondervonden heel wa vrouwen weldra tot hun grote pech
na de vijftigste mislukte penetratie wist em gauw
heel mijn leven wordt ne zoektocht nor: de te groot geschapen vrouw
ooit eens dacht em bij zijn eigen: ik probeer een negerin
want waar ne neger ingeraakt, gerake kik misschien ook in
maar groot was de desillusie, het verliep ni volgens plan
en zo bleef em verder zoeken, den te groot geschapen man
voor wie vleeslijke genoegens heelmaal ni zijn weggelegd
bleft er altijd nog een geestelijke roeping, wordt gezegd
dus hij ging naar ’t seminarie, leerde voor pastoor en dan
wier em bisschop, kardinaal, den te groot geschapen man
nu komt em overal ter wereld, in gazetten ,oep teevee
niemand weet nog wie em vroeger was, want da wordt nooit gezei
en het bleft een groot geheim waaroem dat iedereen hem verkoos
als vertegenwoordiger van God, zijne Heiligheid de Paus