Dierbaar dichtbij stonden de bomen
De wortels diep, vervlochten kronen
Langs het water, dat helder stroomde
Bloeide boterbloem en madelief
Veilig ver weg de horizon
En niet iets dat je zomaar overkomen kon
Het lange gras, de trage wind
Alle dromen van een kind
Dan rolt de donder en schicht het licht
Dalen de raven op mijn gezicht
Krassen mijn hart, stelen mijn blik
Plunderen mijn hele ik
Ademnood in de orkaan