refr.:
Allemaal, allemaal, allemaal, allemaal, allemaal op de bok
Allemaal op de bok, allemaal op de bok
Allemaal, allemaal, allemaal, allemaal, allemaal op de bok
De chauffeur, de burgemeester en de kok
M'n buurman kocht een mooie, nieuwe slee
Nu zegt 'ie met wat spijt: "Wat moet ik er eigenlijk mee
Je kruipt meer op de weg dan dat je rijdt
En als je wil parkeren, nou dan kan je 'm nergens kwijt"
Maar nu is hij dan reuze in z'n schik
Want hij kocht een nieuwe wagen, met twee horens en een sik
refr.
Z'n vrouw die zei: "Ik moet ook maar zo'n beest"
Dus zijn ze naar de markt in Purmerend geweest
En nu is hij geweldig enthousiast
Parkeerproblemen kent ze niet, daarvan heeft zij geen last
En bij de slager en de kruidenier
Wacht geduldig voor de deur, dat hele lieve dier
refr.(2x)