Om zes uur ’s ochtends
Kom ik zuchtend uit mijn bed
En vloek ik binnensmonds
Want moeder heeft de koffie niet gezet
Geen tijd om mij te scheren
Want ‘k moet op tijd op ’t werk zijn
Vijf dagen in de week
En altijd hetzelfde refrein
Frustratie, frustratie
Toonbeeld van Gods gratie
We leven op een te gekke wereld
In een veel te kleine natie
Frustratie, frustratie
Beïnvloed mijn prestatie
Hindernis voor vriendschap
Is de menselijke relatie
De machines op het werk
Wel die monsters stoppen nooit
Weer een menselijk wezen dat
Zich aan eentonigheid vergooit
Mijn groeten aan de prikklok
Want zij regelt ons bestaan
Vijf dagen in de week
En een frustrerende baan
Vijf werkdagen zijn voorbij
Hoera! Het weekend komt er aan
We drinken bier, we eten friet
Er wordt niets anders gedaan
Vier weekends in een maand
Twaalf maanden in een jaar
Honderd jaren in een eeuw
Mijn leven is één grote geeuw