In Amsterdam had 'k een biljet genomen
Ik moest voor zaken even naar Parijs
Een dame was in mijn coupe gekomen
We maakten met z'n beiden dus de reis
In 't eerst werd geen enkel woord gesproken
Maar 'k zag, 't was 'n engel van 'n vrouw
Dus na 'n kwartier was ook 't ijs gebroken
En daad'lijk ging 't maar van jij en jou
refr.:
Zo met z'n beiden
Onder 't rijden
Sluit men gauw vriendschap, geloof 't maar vrij
Daad'lijk vergeet je
In zo'n coupeetje
Vormen, fatsoen en... soms meer nog er bij
Voorbij Halfweg had ik reeds halverwege
Mijn min verklaard aan 't lieve blonde kind
In Haarlem reeds, geloofde zij terdege
Dat zij nog nooit zo vurig was bemind
In Voog'lenzang gaf ik haar 't eerste kusje
Totdat ze te Lisse m'zelf haar mondje bood
En in Piet Gijzenbrug zat 't aardig zusje
Voor ik het wist, sans gene, op m'n schoot
refr.
De liefde deed ons schromelijk vergeten
Dat w'ons bevonden in 'n spoorcoupe
We schenen van de wereld niets te weten
"Den Haag, uitstappen!" viel ons dus niet mee
Heel onverwachts ging de coupedeur open
De conducteur zei: "Nee, da's al te kras
Dat moet niet meer gebeuren, wil ik hopen
't Is een schandaal, dat komt hier niet te pas!"
refr.
Met geld en woorden doet men dikwijls wond'ren
De conducteur stopte ons weer bij elkaar
In Delft begon 't te lichten en te dond'ren
In Rotterdam was 't hondeweer zowaar
't Was donker reeds en zij zou hier logeren
Zoals ze zei, bij haar vriendin Alice
'k Was zo galant een rijtuig haar t'offreren
Uit dankbaarheid bood ze me nachtlogies
refr.
De and're morgen, kwartier over zessen
Was ik op weg weer naar 't buitenland
Voor de douane stapte ik uit in Essen
Dronk een kop thee en kocht 'n Franse krant
Ik wou meteen wat Hollands geld changeren
Voordat ik verder met de trein zou gaan
Maar hoe ik zocht in koffers en in kleren
Al mijn papieren geld was naar de maan!
refr.