Wie is het die zo hoog gezeten in zijn steenrijke Vaticaan
de plaats bekleedt van een der goden die eigenlijk nooit hebben bestaan?
Maar kom, dat doet hier niets ter zake, tenslotte staat het iedereen vrijdag zichzelf een godheid uit te denken; er ken nog altijd eentje bij.
Zijn God heeft zich tot mens vernederd, hij heeft zichzelf tot God gemaakt,
omringt door feodale luister waaruit hij nog niet is ontwaakt.
Hij leeft nog in de middeleeuwen, hij hoort bij de folkloregroep
die stof levert voor damesbladen; een zinloze paradetroep.
In al zijn kerken en musea liggen de schatten opgehoopt.
’t Bezit van ’t Vaticaan alleen al is iets dat in de miljarden loopt.
Zijn God zal daar wel blij mee wezen, die kreeg alleen maar armenbrood,
en in de buurt van die miljarden sterft Lazarus de hongerdood.
O ja, ik weet het, ze beweren dat hij zelfstandig blijven moet.
Maar is dat niet aan politiek doen, veel meer dan hij aan godsdienst doet?
Hij noemt zichzelf gewoon onfeilbaar waar ’t om geloof en zeden gaat,
hoewel daar niets van in ’t epistel of in het evangelie staat.
Ik zwijg over de inquisitie, dat is voltooid verleden tijd,
en ook de kerk maakt wel eens fouten ondanks die grote onfeilbaarheid.
Waar nu in Griekenland en Spanje in naam van Christus alles mag,
nu spreekt de paus ‘Urbi et Orbi’ over de crisis van ’t gezag.
En dat hij Hitler liet betijen toen die de joden heeft vermoord,
dat kan ik misschien nog begrijpen: de joden hadden z’n God vermoord.
Maar waarom zwijgt hij zo hardnekkig wanneer de neger wordt vertrapt,
en wanneer overal ter wereld
de clerus met het geld aanpapt?
Hij heeft het altijd over vrede, en ik geloof dat hij oprecht
geen oorlog wil, wie zou dat willen? Maar denkt hij nooit eens aan het recht?
En als hij zo zweert bij de vrede, waarom laat hij z’n katholiek
nog altijd andere mensen doden? Zeg mij: waar blijft dié encycliek?
Maar encyclieken schrijft-ie enkel als ’t om geloof en zeden gaat,
en dan liefst in een ouderwets Latijn, en liefst een eeuw of meer te laat.
Ik wil over de pil nog zwijgen omdat zijn veto mij niet raakt,
maar is het niet ontzettend zielig dat hij zich zo belachelijk maakt?
Zijn uitspraak is idioot, maar erger en zieliger nog is het feit,
dat mensen met verstand en rede nog leven in die donkere tijd
waarin een groepje potentaten, met aan het hoofd een oude man,
bepaalt hoe anderen moeten leven en wat nu wel, wat niet meer kan.
Gekleed in oude praalgewaden met z’n tiara en z’n ring,
en met miljarden aan z’n voeten is hij een oude zonderling.
Hij heeft de armoe en de liefde vervangen door een liturgie.
Zijn God heeft hij voorgoed bedolven onder een hoop theologie.
Maar hij mag rustig blijven zitten tussen het goud van z’n paleis,
en blijven bidden voor de vrede met af en toe een wereldreis.
En als hij van die vredestochten terugkeert in z’n gouden slot,
dan denkt hij even aan de armen en zegent hen in naam van God.
Tekst en muziek: Hugo Raspoet