Van koers tot koers fietst hij over de wegen,
al jaren lang zonder één enkele trofee.
Hij wacht nog altijd op zijn allereerste zege,
maar hij rijdt mee in ’t peloton.
Hij zwoegt en vecht,
hij blijft een doodgewone knecht.
Daar is de dokter,
geef hem een spuitje man
zodat ie eindelijk winnen kan.
Zo is hij vlug een halve god geworden
met bijna elke dag zijn foto in de krant.
Nu wint hij rit na rit en zelfs de grote ronde
en heel het land
eet uit zijn hand.
Voor één seizoen
is hij de superkampioen.
De miljonair ligt op de dood te wachten,
hij heeft zijn lichaam aan de wetenschap gewijd.
En het idool is aan het einde van zijn krachten,
heel zijn gestel in ondermijnt
en uitgeteerd.
Hij werd kapot gestimuleerd.
Daar is de dokter.
Geef hem een spuitje, man
zodat ie eindelijk sterven kan.
Tekst en muziek: Hugo Raspoet