refr.:
En 't geft allemaal niks, want we houdt van mekaar
Holadijee, holadijoo
En 't geft allemaal niks, want we houdt van mekaar
Holadi, holadijee
De zomer was warm, dus ik dacht allee
(Hij dacht allee)
Ik neem een mooi meisje en duik dan in zee
(Duik dan in zee)
Ik nam haar voorzichtig mee, zei: "Kijk goed uit"
(Hij zei: "Kijk uit")
De zee is gevaarlijk, de vloed, doe niets uit"
Maar zei riep luid
refr.(2x)
Een Duitser, die riep: "Wass machen sie denn"
(Machen sie denn)
M'n meisje riep: "Braadworst, weet jij wie ik ben?"
(Dat wist hij niet)
"Mein schatz", zei hij toen "ik trek het me aan"
(Trek het me aan)
Want voordat je 't weet ben jij de sigaar
(Zij riep spontaan)
refr.(4x)