refr.:
Daar bij die molen, die mooie molen
Daar woont 't meisje waar ik zoveel van hou
Daar bij die molen, die mooie molen
Daar wil ik wonen, als zij eens wordt m'n vrouw
Ik weet een heerlijk plekje grond
Daar waar die molen staat
Waar ik m'n allerliefste vond
Waarvoor m'n hartje slaat
Ik sprak haar voor de eerste keer
Aan d'oever van de vliet
En sinds die tijd kom ik daar meer
Die plek vergeet ik niet
refr.
Ik zie de molen al versierd
Ter eer van 't jonge paar
't Hele dorp, dat juicht en tiert
Zij leven mee met 't paar
En zie ik trots de molen staan
Dan zweer ik in die stond
Nooit ga ik van die plek vandaan
Waar ik m'n vrouwtje vond
Daar bij die molen, die mooie molen
Daar wil ik wonen, als zij eens wordt m'n vrouw