Marietje zat stil in haar hutje, in 't hutje lag slapend haar kind
Ze hoorde de woedende golven en 't loeiend geraas van de wind
Ze huilde bit're tranen, door droefheid overmand
Ach, breng m'n allerliefste weer veilig thuis aan land
Ze huilde bit're tranen, door droefheid overmand
Ach, breng m'n allerliefste weer veilig thuis aan land
Ze hoorde de noodklok plots luiden en rende vol angst naar 't strand
De schuit van haar man bleek gezonken, nooit kwam hij meer bij haar aan
land
Ze huilde bit're tranen, door droefheid overmand
Nooit kwam haar allerliefste weer veilig thuis aan land
Ze huilde bit're tranen, door droefheid overmand
Nooit kwam haar allerliefste weer veilig thuis aan land
Ze huilde bit're tranen, door droefheid overmand
Nooit kwam haar allerliefste weer veilig thuis aan land
Ze huilde bit're tranen, door droefheid overmand
Nooit kwam haar allerliefste weer veilig thuis aan land