Ik weet het wel: de winter houdt van mij
En jij bent maar een ijsbloem op het glas
Je hoofd een knop, je ranke lijf een steel
Je schittert in volmaakt getekend gras
En wordt het mij uiteindelijk te veel
Dan zul je in een warme zucht verdwijnen
En in de tuin waar ik maar zelden speel
Vergeet de zon jouw vluchtweg te beschijnen
Ik draai me om en vul de kachel bij
De winter houdt van mij - ik zal wel moeten
En houd tot diep in juni koude voeten