Wij, figuranten, droef van geest
Ter schouwburg gaan op 't hoge feest
Van vondels gijsbrecht telken jare
En staan er suf en stom te staren
Mijnheer, nog stommer dan 'n beest
't costuum is altijd vol gebreken
Wij mogen geen syllabe spreken
Bij ank van der moers geroep
Wij zijn slechts de rabarber-troep
Mijnheer, dat is 'n mis'lijk teken
Bedrukte vrinden, staakt dit waren
Wij moeten onze rol weer klaren
Weer vijf bedrijven lang in touw
'waar vond men ooit oprechter trouw'
Mijnheer, wij sterven, martelaren
Het hemelse gerecht heeft zich ten langen leste erbarremt
Over mij en mijn benauwde veste en burgerij
... en arme figuranten
Je wordt toch zeker uitbetaald
Ach vent, loop naar je tante
Wij staan hier niet voor onze lol
Wij zaten liever in de bioscoop of op de kermis
Dan hier bij schmitz en hermus
Ik moet zo vreselijk nodig
Ik geef mij in uw hand geperst door hoge nood mijn ramp wil
Kennemer en waterland behagen maar 'k zal mijn dood van u
Met minder pijn verdragen dan van mijn eigen volk dat zich
Ondankbaar toont en mijn getrouwe dienst zo onrechtvaardig
Loont
God, jongens, is dat rennen, ik had 't bijna niet gehaald, ik heb een
Taxi moeten nemen anders was ik te laat gekomen
Ik moet zo nodig
Zeg, stukkie onbenulligheid, heb jij geen ander onderwerp voor je
Achterlijk gepraat
Soms droom ik, he, dat ik 't midden op 't toneel zo maar lopen laat
De dromen zijn bedrog, gij vreest uit misverstand
Wat moet 't wezen in de pauze
Geef mij maar 'n cognakkie, dan kan ik lekker slapen
Ik niks
'n kopje zwarte koffie
Wapen
Dat gedonder met die verrotte speren
Helaas, wat gaat mij aan in deze droeve stand
Gisteren liep ik op de dam en raai 'ns wie ik tegenkwam
Ank van der moer met 'n bikini aan
Och vader gozewijn, waar ziet gij mij voor aan
Dat vechten op de walletjes loopt steeds meer in de gaten
De doden lagen vast langs burregwal en straten
Soms heb ik wel 'ns meelij met die meisjes uit 't leven
Alenig luiigheid en anders niet
Nee, wacht 'ns even, ik vraag mij weleens af: wat deden ze daarvoor
Men sleepte ze bij 't haar uit het lief vrouwenkoor om de
Arme dun en teer met koorden stijf gebonden
Feyenoord gaat achteruit
Ajax wordt kampioen
Ik heb 'n babydoll gekocht, 'n blauwe van katoen
Oh meid, wat enig, duur
Welnee, 'n gulden of tien
Hoe is 't mogelijk dat gij 't hebt kunnen zien
Ik moet zo nodig
Hou toch op met dat gewiebel, laat lopen
Wanneer men uit den stroom en pampus raakt voorbij zo doet
Zich ter slinke hand in zee zich op wat weiland dat marken
Wordt genoemd vanouds, 'n laag en vissersweiland
Ja meid, zondag ben ik op marken geweest, daar kan je je verklejen
He, toe nou mensen, halt
Mislukte ko van dijk, ik zou 'm kunnen smoren
De liefde tot zijn land is ieder aangeboren
Pak op dat lijk, we moeten
Voor de vijfhonderdste keer
Verdelgde stad, wij gaan, en komen nimmer weer
Hatsjee, daar gaan we weer
Ik val over m'n speer
Ik moet nog steeds zo nodig
Nog twintig tellen dan kan je weer
Vaarwel mijn aemstelstad, verwacht 'n ander heer
Twintig