Poezenvoetjes in de sneeuw
En ze leiden met een omweg naar
Het wit besneeuwde vogelhuisje
Het is beslist de koudste winter van de eeuw
Poes zit zogenaamd te soezen
Da's een ouwe truc van poezen
Daarmee zegt ze: Kijk, van mij valt niks te vrezen
Ter misleiding van de mussen
En de vinken en de mezen
Ik zit binnen bij het raam
En zie het bijna al gebeuren:
Straks dan schiet ze overeind
En zal zo'n vogeltje verscheuren
Als een hongerige leeuw
Het lijkt zo'n liefelijk tafereel
Maar het is het tegendeel
Ach ja, we weten allemaal
Dat de natuur ontzettend wreed is
Maar er zijn van die momenten
Dat dat niet aan mij besteed is
Dat er helemaal geen plaats
Voor moord en doodslag en voor leed is
Geen ellende, geen gezeur en geen geklaag
En zo'n dag is het vandaag
Want vanavond, dan kom jij
Het hele weekend ben je vrij
En dan blijf je hier bij mij, terwijl de haard brandt
Dat zal een zalig weekend zijn
Ik heb pate en kaas en wijn
En niets is goed genoeg voor mijn paradepaard, want
Je weet hoe gek ik op je ben
Jij bent de mooiste die ik ken
Ik ben je allergrootste fan en je aanbidder
Je hele lichaam is een droom - iedere vezel, elk atoom
Ik sta volledig onder stroom, ik beef, ik sidder
Ik zie je ogen en je mond, je slanke heupen en je kont
Ik zie ons vrijen op de grond - mijn chromosomen
Barsten uit hun rolpatroon
Daar gaat opeens de telefoon...
oh... je kunt niet komen?
... Ja, ik begrijp het...
Wat jammer, het is hier zo prachtig
Alles is wit besneeuwd, alleen wat
Poezenvoetjes in de sneeuw en
Wat veertjes onder het vogelhuisje...
Ja, dag...
Het wordt beslist de koudste winter van de eeuw