Nummer vier zit gebogen
Met de handdoek in de nek
De verwarring in zijn ogen
Met zichzelf in gevecht
Nummer zes denkt aan de voorzet
Die hij niet gaf aan nummer acht
Nummer een staat op
Omdat de interviewer wacht
Nummer elf doet zijn schoenen uit
Zijn benen doen pijn
Nummer tien,zijn laatste wedstrijd
Het heeft niet mogen zijn
En de speler die niet speelde
Kijkt naar een gevallen held
En vraagt zich af in alle stilte
Waarom hij niet werd opgesteld
Waarom zijn de goden
Ons niet te hulp gekomen
Waren wij niet voorbestemd
Voor het beloofde land
Waarom is ons schip vergaan
Toen de haven al in zicht was
Of waren wij niet goed genoeg
Waardoor wij zijn gestrand
Nummer drie trekt het shirt uit
Wat hij van de winnaar kreeg
En de doelman houdt zich sterk
Hij is de enige die nog spreekt
En de Oranje veteranen
Van de grote generaal
Ze weten wat verliezen is
Al zesentwintig jaar
En de trainer op tv
Spreekt verslagen tot de natie
En neemt met weinig woorden afscheid
Van de strafschopgeneratie
Nummer veertien laat de douche stromen
En smeert shampoo in zijn haar
Het wordt onrustig in de stad
Want de nederlaag valt zwaar
Waarom zijn de goden
Ons niet te hulp gekomen
Waren wij niet voorbestemd
Voor het beloofde land
Waarom is ons schip vergaan
Toen de haven al in zicht was
Of waren wij niet goed genoeg
Waardoor wij zijn gestrand