paarsrode plekken van de wijn van gister
staren je aan van het tapijt van deze morgen, deze middag
wit verstrooid zout probeert te bedekken
welke vlekken je op je ziel maakte met de wijn van gisteravond, gisternacht
je moest nog één keer naar de nachtwinkel
nog één keer naar de nachtwinkel
een keer naar de nachtwinkel
eén keer kan geen kwaad, want één keer is de laatste,
dus laat ze maar praten, wat weten zij er nu helemaal van?
en ik heb ze trouwens toch niet nodig, dus laat ze maar kletsen
ik weet wat het beste voor me is. Ik hoor ze al zeggen:
geef je niet over, geef je niet over
laat je niet vallen, laat je niet vallen
geef het niet op, je bent bijna boven
probeer te geloven en ban die duivels uit je kop.
de post van vorige week, en de afwas van een maand
de hoeken van je mond, je lippen en je tong, de kurk de lege fles
alles wil drinken, alles wil drinken
alles wil drinken, behalve jij.
je moet nog één keer naar de nachtwinkel
nog één keer naar de nachtwinkel
eén keer naar de nachtwinkel
geef je niet over, geef je niet over,
laat je niet vallen, laat je niet vallen
geef het niet op, je bent bijna boven
probeer te geloven en ban die duivels uit je kop
je gaat nog één keer naar de nachtwinkel
de laatste keer naar de nachtwinkel
nog één keer in de nachtwinkel.