Ik zie hem nog zo voor me, die mooie ouwe man
Zoals hij daar stond te klussen; hele dagen, al die uren
Opa leefde in z'n schuurtje als hij nieuwe dingen uitvond
Zonder dat men het hem voordeed, hij maakte er het mooiste van
Als ik de beitels nu nog vastpak, waarmee ik hem ooit nog zag werken
Voel ik de kracht weer van z'n vuisten en van z'n zware ruwe hand
Als we bij hem kwamen buurten, snuffelend in zijn domein
Voel ik de draai weer om m'n oren, want ik was soms wel een lastpak
Z'n manen werden grijzer, z'n handen werden zachter
Maar hij was nog vaak te vinden op die eigen stille plek
Waar hij kon schuilen voor m'n oma, voor de kamer vol visite
De tantes netjes in de suite, en hij werd alleen maar wijzer
In een nisje op de vliering staat nog steeds het kinderfietsje
Dat hij zelf ooit voor ons maakte en wat ik deelde met m'n zusje
En ik heb ook nog de foto, die hij zelf schoot in de straat
En je kunt zien dat wij genoten en je kunt zien hoe hard 'ie gaat
Hij droeg z'n kennis liefdevol over, zoals dat hoort bij 't oude ambacht
Van grootvader op vader en van vader op zoon
Nu zit ik in dat zelfde schuurtje en ik koester z'n gereedschap
Ik haal een stoffer langs de werkbank, ik slijp de oude beitels
Gereedschap met een ziel, waarmee ik nog steeds beitel
Tot het allerfijnst profiel