Soms droom je van een man, mevrouw
Een die de wildste passie in jou losbreekt
En zie je dan zo'n man
Dan denk je: was 'ie maar een ogenblik, een klein moment van jou
Dan woonde ik hem uit, mevrouw
Zodat 'ie niet meer lopen en niet meer zitten en niet meer liggen kon
Geen scheet meer durven laten zou
Soms droom je van zo'n man en denk je:
Ooooooooooooh, hoe kan zoiets nou loslopen, mevrouw?
Een die je geurtjes kent, een die je altijd verwent
Niet zomaar een patser maar een echte vent
Een die je warmte geeft, een die alles mee beleeft
Niet zomaar een vrouwengek, maar een die het echt heeft
Ik zou hem niet teveel verwennen
Maar niemand anders mocht hem kennen
En dreigde hij dan weg te lopen
Dan zou ik een riempie voor hem kopen
Ik zou hem niet meer laten gaan
Ik zou hem in een kast opslaan
En dreigde hij dan te bekoelen
Dan zou ik even aan hem voelen
Ik zou hem peentjes laten zweten
Hij zou zijn eigen naam vergeten
Ik zou hem zo uitzinnig maken
Dat 'ie aan mij verslaafd zou raken
Ik zou hem voor mezelf houden
En met geen andere vrouw vertrouwen
En als hij dreigde slap te raken
Dan zou ik hem weer wakker maken
Ik zou hem zo uitzinnig maken
Dat 'ie aan mij verslaafd zou raken
Soms droom je van een man, mevrouw
Een die de wildste hartstocht in jou losbreekt
En zie je dan zo'n man, dan denk je
Was 'ie maar een ogenblik, een klein moment, een dag of tien van jou
Dan woonde ik hem uit, mevrouw
Zodat 'ie niet meer lopen en niet meer zitten en niet meer liggen
En niet meer fietsen kon, geen scheet meer durven laten zou
Soms droom ik van zo'n man en denk ik:
Ooooooooooooh, 't is thuis toch maar behellepe, mevrouw