Toen Koning Boudewijn in de lente van negentienhonderdvijfenvijftig
Belgisch Congo bezocht,
werd hij door honderdduizenden Congolezen
in een feestelijke stemming opgewacht.
De jonge vorst had, na een vermoeiende reis
nog maar net zijn voet op koloniale bodem gezet,
toen hij meteen geestdriftig werd toegejuicht
door een menigte die straalde van geluk.
Alle straten waren versierd, hij werd ook overal gevierd.
Zij gingen allemaal uit hun dak,
toen hij tot hen in het Lingala sprak.
Het enthousiasme kende geen grenzen
en de hele reis is een enorm succes geweest.
Yambo Bwana, Bwana Kitoko oyé y'a vive le Roi...
Bayambakiyé Mayessengo ba sepelaki mingi?
Bwana Kitoko m'boté bisso bana gongo,
Toboko sana yo tetili wa.
Bwana Kitoko oyé, soyez le Bienvenue chez Nous.
Toen Koning Boudewijn in de zomer van negentienzestig
onze vroegere kolonie bezocht,
was hij vertrokken met de herinneringen
aan de vreugde rond zijn vorige bezoek.
In zijn valies bevondt zich het document
dat Belgisch Congo vanaf heden onafhankelijk was,
hoewel de Belgische regering nog een flinke vinger
in de pap te brokken had.
Maar wat gingen ze daar te keer???
Dit was hetzelfde land niet meer;
Patrice Lumumba voerde het woord,
en werd daar later voor vermoord.
Met een valies vol desillusies is de koning
dan maar weer naar huis teruggekeerd.