jij was het die mij meenam
jij was diegene
die mij vermengde
met het leven buiten
lopend door de stille
elektriese velden
dans van het voorjaar
over de zoete gewalste aarde
waar lage bosbessestruiken
ritselden en kraakten
waar alles leefde
en op het punt stond om uit te lopen
waar jonge berkebomen
evenals het vlierhout
ook voorzichtig
aan de winter waren ontkomen
terug naar teveel om op te noemen
ik had het kunnen weten
als een zwerfsteen tuin ik rond
rol ik naar jouw
gevlekte salamanders
duizend distelvlinders
parasollenzwammen
in een landelijk buiten
overal speeltuin
het land van de boeren
jij wees op een klein wonder
op een soort den
die in de winter
zijn naalden verliest
maar bij het begin van de lente
ik heb het gezien
grijs-groene naalden
waaierden uit een grafisch landschap
daarachter overspoelde
een overvloed van kleuren
tere-witte-roze-rode-wilde kersenbloesem
tot berstens toe gevuld
stond ook de magnolia
een schoner wit-lila, zelfs tot paars toe
was ondenkbaar
terug naar teveel om op te noemen
ik had het kunnen weten
als een zwerfsteen tuin ik rond
rol ik naar jouw
frambozen en amandelen
aardvlooien en mieren
groenvinken en merels
in een landelijk buiten
overal speeltuin
het land van de boeren
laten we tuinieren
hark de tuinen aan
leg je hoofd in het gras
eet wat paardesla
in een landelijk buiten
overal speeltuin
het land van de boeren