De keren dat ik aan je denk
Zie ik een groene vallei
En op een koele veranda
Ontwaar ik jou van opzij
Zittend in de schaduw
Ik zie ook weleens staan
Samen met de honden
Starend naar de oceaan
En strakjes zal het herfst zijn
Dan heb je dat gebroken licht
Met af en toe een mistgordijn
Alzo een mytisch vergezicht
Althans, zo stel ik mij dat voor
De keren dat ik aan je denk
En de tjiftjaf hoor
Jouw hemels paradijs
's Winters door het achterland
Door de sneeuw, door de kou
Ver van huis, maar eenmaal thuis
Komt er rook uit de schouw
's Avonds speel je Schubert
Daarna warm bij het vuur
Met de honden aan je voeten
Lezend tot het late uur
En als het dan weer lente is
Doch laat ik zwijgen, mon ami
Alleen nog een bekentenis
Het betreft mijn fantasie
Niet altijd zingt de tjiftjaf
De keren dat ik aan je denk
En ook vraag ik mij soms af:
Denk je ook wel eens aan mij
Dat zou ik "wel eens willen weten"