- Zo, Kroonenberg, donder nou maar weer eens op uit mijn spreekkamer
Ga maar buiten spelen met die tent
- Maar het regent, dokter
- Nou, dan ga je maar naar de conversatiezaal. Ik kan je nou niet
gebruiken. Ik krijg straks een patient
- Maar ik zou bij u komen, dokter
- Half drie?
- Vijf voor half drie
- O, nou, ja dat kan. Dan bent u het
Pakt u dan maar twee stoelen en ga maar zitten... op een daarvan
U bent hier nou een week, he? Kroonenberg is de naam, he?
- Hoe zegt u?
- U weet toch wel hoe u heet? Kroonenberg is de naam, zei ik
- De naam? Kroonenberg
- Ja, dat zei ik dus. Kroonenberg is de naam
- Kroonenberg. Wat gek... ik heet ook Kroonenberg
- Zo, vindt u het hier leuk?
- Neeeeeeee
- U bent een beetje in de war he?
- Neeeeeeee
- Daar bent u hier toch voor? U bent toch een beetje in de war?
- Jawel
- Nou, laten we maar meteen beginnen. Doe ik u ergens aan denken?
- Neeeee
- Kom ik u niet bekend voor?
- Neeeee
- U bent niet zo positivistisch ingesteld he?
- Neeeee
- Zeg lijk ik niet een beetje op uw vader?
- Neeeee
Mijn vader had zo'n klein zwart snorretje onder zijn neus
- Ja, dat komt, de meeste patienten vinden, dat ik een beetje op hun vader
lijk
- Ja?... Neee, mijn vader had zo'n klein zwart snorretje onder zijn neus
en zijn haar zat een beetje zo, schuin over zijn voorhoofd
- Jaja. Jaja. Dat komt dus nooit meer goed
Uw vader leek zeker een beetje op Hitler?
- Nee, mijn vader leek een beetje op mijn ome Dolf... en op koningin
Wilhelmina. die had zo'n klein zwart snorretje onder zijn neus en zijn
haar zat een beetje zo schuin over zijn voorhoofd. En hij deed altijd zijn
arm schuin naar boven als er iemand binnenkwam
- Jaja. Dat komt nooit meer goed. Kunt u piano spelen?
- Jawel
- Verder ook gezond?
- Jawel
- Zeg, kent u het geheim van de smid?
- Jawel
- Doet u dat dan maar eens