Tis spijtig mor ik zen awe naam vergeten
Ik weet alleen nog mor dak van a niks meer moest weten
Ondanks dat ge schoon waart proper en koket
Ge waart een princes in de keuken en een hoer in bed
Ik heb a van men leven nooit moeten haten
Denk ook ni dak voor a 1 traan heb gelaten
Kwas terug vrij en da vond ik pas fijn
Mor waarom voel ik me na zo rot
Ja waarom voel ik me na zo klein
Die herinneringen daaraan heb ik zo de pest
Een oude foto van a is alles wa mij rest
Ik voel mij zo vremd
Terwijl ik tuur door het raam
En ik denk verdoemme hoe was toch awe naam
(c) Hopeloos